In Nederland is de verkoop van hybride voertuigen teruggelopen. De volledig elektrische wagen blijft terrein winnen, mede vanwege de fiscaliteit bij de noorderburen. In België is het beeld anders. In België is de diesel in het verdomhoekje komen te staan, zeker nu zelfs de VAB de dieselmotor voor 95% van de Belgen afraadt. Maar die volledig elektrische auto krijgt nog niet echt voet aan de grond en de hybride wint hier juist terrein.
Wacht even, de diesel in het verdomhoekje?
VAB heeft voor het eerst de dieselwagens voor particulieren afgeraden. Zij stelt dat de diesel alleen nog aantrekkelijk is voor de mensen die meer dan 30.000 kilometer op jaarbasis rijden, en dat is minder dan 5% van de Belgen. Voor de zakelijke rijder ligt de grens overigens op een slordige 25.000 kilometer, wat uiteraard te maken heeft met de belastingregels.
Daarmee is de diesel gedoemd uit het straatbeeld te verdwijnen. De gemiddelde Belg kijkt nu uit naar een benzinewagen of een hybride auto. De EV staat niet hoog op de wensenlijst. Sterker nog, weinig mensen overwegen de mogelijkheid op dit moment. Even in concrete getallen:
- 29% van de Belgische automobilisten overwoog een hybride in 2019
- 9% van de onderzoeksgroep overwoog een volledig elektrische auto in 2019
(Cijfers afkomstig van het grootschalige onderzoek van Deloitte)
Wat is nou precies het struikelpunt met die elektrische auto?
Ironisch genoeg is het probleempunt van de EV direct inherent verbonden aan elektrisch rijden: de auto moet opgeladen worden. Aangezien er geen verbrandingsmotor aanwezig is, kom je zonder accuspanning gewoon volledig stil te staan. En dat is natuurlijk niet het geval bij de hybride, waar de verbrandingsmotor het werk overneemt wanneer de accu leeg is.
Goed, dat is uiteraard het geval met alle elektrische auto’s in alle landen, maar in België is dit een probleem geworden. Er zijn namelijk ontzettend weinig laadstations, palen en publieke punten waar geladen kan worden. Opvallend is dat het grootste gedeelte van de laadpalen in België daarnaast géén publieke laadpalen zijn, maar zakelijke laadstations. Dit heeft te maken met de aftrekbaarheid van het zakelijk laden van de elektrische wagen. Deze verdienen zichzelf met gemiddeld gebruik binnen vijf jaar terug, maar kunnen dus niet door iedereen gebruikt worden. Thuisladen is ook een sterke optie, omdat dit goedkoper en makkelijker is dan het gebruikmaken van de publieke laadpalen. Alleen kun je daarbij weer niet je eigen energieleverancier bepalen, waardoor de kosten zeer uiteenlopend uitvallen in de praktijk.
Thuisladen is daarnaast niet altijd mogelijk. In de vele verstedelijkte gebieden in België beschikt lang niet iedereen over een vaste of eigen parkeerplaats. Het aanleggen van een laadstation behoort daarmee niet altijd tot de mogelijkheden waardoor het opladen van de EV onmogelijk wordt. Met het ‘Clean Power for Transport’-plan moet hier verandering in komen: de regering wil eind 2020 maar liefst 5000 extra laadpalen bouwen. De vraag is alleen of dit de Belgische automobilist over de streep gaat trekken.
Het fiscale plaatje: maakt de overheid elektrisch rijden aantrekkelijk?
Dat ligt eraan waar je precies woont. In Vlaanderen is men aardiger voor de elektrische rijder dan in Wallonië. De elektrische auto is volledig vrijgesteld van inschrijfgeld en verkeersbelasting, tenzij het een leasewagen is. In dat geval betaal je via het BIV-systeem, waarbij het vermogen van de auto bepalend is voor de verkeersbelasting die betaald wordt. Lastig, want de gemiddelde elektrische leasewagen heeft aardig wat vermogen in de accu’s zitten.
Woon je in Wallonië, dan moet je wel inschrijfgeld betalen voor je elektrische auto. Daarnaast betaal je ook gewoon verkeersbelasting (€ 77,35 per jaar). Het zijn kleine bedragen, maar samen is dit wel meer dan € 100 in het eerste jaar.
Wordt de achterstand op de koplopers groter de aankomende jaren?
Ja, maar de vraag is of we de mate waarin elektrisch rijden gekozen wordt in België wel moeten vergelijken met de stand van zaken in Nederland. De noorderburen willen graag de koppositie hebben en investeren meer in belastingvoordeel en laadpunten dan in België het geval is.
Kijken we naar de auto-industrie, dan zien we dat veel automerken juist inzetten op de hybride, onder andere in de aanloopfase naar de volledig elektrische auto over een aantal jaren. Daarvoor moeten we overigens niet bij de Europese merken zijn. De PSA-modellen zijn relatief duur en de Volkswagen Golf als PHEV laat weer eens maanden op zich wachten.
We moeten naar het oosten kijken voor de betaalbare, aantrekkelijke en sterke hybridevarianten. De Kia Ceed Sport is al beschikbaar voor € 36.000, met een elektrische actieradius van 60 kilometer, waarmee de Audi A3 TFSI-e met een bereik van 40 kilometer eenvoudig verslagen wordt.
Het valt dus wel mee met die achterstand. België loopt niet voor op het gebied van elektrisch rijden, maar dat de diesel uit het straatbeeld verdwijnt voor meer hybridewagens, dat is al een stap in de goede richting. Zeker met het aanbod dat in 2020 beschikbaar komt aan PHEV-modellen.
Is de hybride dan ook de auto van de toekomst?
Geenszins. België lijkt zich in een schakelfase te bevinden. Het huidige wagenpark staat onder druk. Op dit moment wordt daarom gekozen voor de benzinewagen, de hybride en in mindere mate ook de elektrische auto. De verwachting is dat dit beeld binnen enkele jaren zal veranderen. Wanneer de struikelblokken richting het elektrisch rijden verminderd of verdwenen zijn, dan zal de opmars van de elektrische wagen ook in België plaatshebben. Maar daarvoor hebben we eerst meer goede laadpunten nodig, een belastingstelsel dat de elektrische automobilist echt bevoorrecht en meer animo voor de elektrische auto. Al is de kans groot dat de laatste factor automatisch volgt op de voorgenoemde punten uiteraard.